17-03-2012

En nu een gastartikel van de beste blogschrijver die we kennen: Hans Manshoven!


Beste Stijn en Anneleen,

Terwijl iedereen naar het geboortekanaal aan het kijken is, plaats ik - met permissie - een gastartikel op jullie blog. Ik probeer er de afgelopen vier weken in samen te vatten. Ik verbleef van 19 februari tot 15 maart in Ecuador. De helft van mijn tijd was ik op pad voor Vredeseilanden, de andere helft verbleef ik bij jullie of reisde ik van de selva naar de sierra en van de sierra alweer naar de costa.

Voor en na de baby

Ik heb deze reis vele privileges gekend, maar het grootste - met ruime voorsprong - is dat ik plots in een huis woonde waar een klein babyhartje van nog maar drie dagen oud meeklopte. Ik herinner me nog goed hoe we eind februari samen naar namen voor de baby aan het gissen waren. Jullie bleven maar twijfelen, zaten hardop jongensnamen voor te lezen uit 'het grote namenboek', en ik voelde me een ad interim moderator. Toen was er nog helemaal geen sprake van Kasper.
Ook over het geboortekaartje werd mijn zegje gevraagd. Stijn organiseerde een fotoshoot met zijn nieuwe camera. "Kijk, dat wordt de voorkant, en binnenin zetten we dan een close up van suikerbonen. Hoe vind je dat perspectief, zijn de bonen niet te scherp?"
Toen Anneleen zat te bevallen, was ik 500 kilometer verder de modder van mijn schoenen aan het afspoelen. Drie dagen later kwam ik terug bij hen aan. Anneleen was net de pamper van Jasper aan het vervangen. Ik wist toen nog niet dat hij de volgende dag als Kasper zou wakker worden. In ieder geval zag ik een engeltje dat ik niet durfde aan te raken, uit schrik die zuiverheid, die onschuld ook, te verstoren. De dagen die volgden leken, wat mij betreft, in niets op de pré-Kasper tijd. Het huis voelde lichter aan als het ware, en heel opmerkelijk: iedereen sprak een toontje stiller. Stijn draaide op één avond tien keer "Make you feel my Love" in een versie van Jasper Steverlinck.
Het wordt allemaal wat intiemer met zo'n baby in de buurt. Anneleen bleef ook overdag in pyjama rondlopen en ik deelde met Stijn niet alleen een fel gesmaakte Karmeliet (foto bijgevoegd) maar ook informatie over mijn stoelgang (foto niet bijgevoegd).

Voor en na de modder

Ik was natuurlijk niet helemaal tot Ecuador gevlogen omdat ik zo nodig een boreling wilde zien. Vredeseilanden had me ingeschakeld om in een videoreportage een beeld te schetsen van de weg die een banaan aflegt van bij de boer in het zuiden tot in het zakje chips bij ons in het noorden. Vredeseilanden steunt lokale boeren die zich groeperen in verenigingen, die vervolgens contracten afsluiten met een grotere boerenorganisatie die op hun beurt onderhandelen met een verwerkingfabriek om hun bananen fijn te snijden en in olie te bakken tot chips. Ook steunt Vredeseilanden de commercialisering van de chips in de FairTrade keten via Ethiquable.
Om dat allemaal te documenteren reisde ik tien dagen samen met Claudia, een communicatieverantwoordelijke van Vredeseilanden (Veco) Ecuador, naar diverse plantages in het regenwoud in het zuiden van het land, dicht bij de grens met Peru. Ik was helemaal vergeten dat het in het regenwoud... regent. Nu was het helemaal erg, want in de ruime omgeving van Loja had het nog nooit zoveel geregend. Wegen raakten ondergespoeld door modder, lokale luchthavens moesten tijdelijk worden gesloten, rivieren traden buiten hun oevers en cineasten die bananen wilden gaan filmen in het veld deden maar beter, net zoals alle boeren in deze streek, hun botten aan. Claudia en ik moesten het doen met onze halfhoge goretex wandelschoenen. Soms gebruikte ik mijn statief als wandelstok om niet weg te glijden in de modder.

Prospectie

Ingrid heeft vorig jaar hier in Ecuador een stuk grond te koop zien liggen. Zij vond het een unieke kans om daar, in Archidona, een hotelletje te beginnen. Helaas kon ze me toen niet overtuigen omdat ik nog in Haïti aan het werk was en mijn hoofd op het afsluiten van die periode stond.
Helaas kan ze me ook nu niet overtuigen. Ik reis naar Archidona, waar datzelfde lapje met diezelfde Belgische eigenaars nog steeds te koop staat. "Een prachtige lokatie om een boutique hotel neer te planten met zes kamers en een zwembad 'sin fin'", vinden de huidige eigenaars. Te warm, te vochtig en te veel insecten, vind ik.
Als ik niet voor Vredeseilanden aan het werk ben, ben ik aan het prospecteren. Behalve Archidona ga ik naar Mindo, naar Cumbaya, naar Tumbaco en de nieuwe natiionale luchthaven die eind dit jaar zal opengaan. Ik vlieg ook helemaal naar het zuiden, naar Vilcabamba, een dorpje waarvan de Lonely Planet belooft dat je er de eeuwige lente kado krijgt. Via een Frans-Waals koppel dat er al ruim tien jaar woont, leer ik ook het volgende dorpje op weg naar Loja kennen. Daar, in Malacatos, is een wondermooi gelegen stuk grond-met-huis te koop van 2 hectaren. Tot slot ga ik ook de vallei van Yunguilla verkennen, op zo'n 40 kilometer van Cuenca, de derde grootste stad van Ecuador.

Ontbijten in de Selva, middageten in de Sierra en avondeten aan de Costa.

De kracht van Ecuador? De eigenaar van de bananenverwerkingsfabriek Platayuc denkt even na en zegt dan: "Ecuador heeft alles, je kan hier wakker worden in de vochtigheid en de hitte van de amazone, over de middag op adem komen in de Andes en de dag besluiten met een frisse Pilsener op het strand." Hij vat het mooi samen, vind ik.

Mijn ingewanden denken daar soms anders over.
2850 mtr, 1600 mtr, 600 mtr, 2850 mtr, 1200 mtr, 0 mtr, 1200 mtr, 1400 mtr., 2500 mtr, 1250 mtr, 2850 mtr. Die getallen verwijzen naar de hoogteverschillen die ik in vier weken tijd te verwerken krijg. Soms gebeurt de overgang met een korte vlucht, maar vaker nog middels lange autoritten. Het is niet ongebruikelijk om zes uur in een auto te zitten om nauwelijks 200 kilometer op te schieten. Als ik 's morgens de tube gezichtscrème wil openen, komt die me als vanzelf al tegemoet. Onderdruk, overdruk. Zo moet het ook gaan in mijn darmen, dacht ik. En nam vervolgens een immodium, want we moesten weer de brousse in en daar zijn geen toiletten.



De kracht van Ecuador zit voor mij ook in de positieve evolutie die ik opmerk. Dit land is zoveel sterker geworden sinds ik hier voor het eerst kwam. Wegen zijn vernieuwd, luchthavens worden uitgebreid, shoppingcentra worden gebouwd. Overal pik je signalen op van groei, van verbetering.  In de groep van ontwikkelingslanden hoort Ecuador ondertussen bij de 'middle income countries'.  NGO's zoals Broederlijk Delen hebben zich alvast teruggetrokken uit Ecuador. President Correa lijkt de zwaarste armoede uit zijn land te hebben weggedreven, maar natuurlijk komen er twee nieuwe problemen aanzetten: de enorme schuldenberg ten opzichte van China, en de almaar stijgende inkomensongelijkheid. Om maar iets te noemen.

Het gras groener aan de andere kant? Misschien niet zoveel groener, maar het gras ruikt er vast en zeker frisser!

Stijn en Anneleen, jullie Ecuadoriaanse vrienden hebben gelijk als ze Kasper willen aanmoedigen om later in bomen te kruipen. Hoe meer natuur je voelt, hoe meer 'natuurlijk' je wordt.

Tot in juli!

Hans

Geen opmerkingen: