Beste Stijn en Anneleen,
Terwijl iedereen naar het geboortekanaal aan het kijken
is, plaats ik - met permissie - een gastartikel op jullie blog. Ik probeer er
de afgelopen vier weken in samen te vatten. Ik verbleef van 19 februari tot 15
maart in Ecuador. De helft van mijn tijd was ik op pad voor Vredeseilanden, de
andere helft verbleef ik bij jullie of reisde ik van de selva naar de sierra en
van de sierra alweer naar de costa.
Voor en na de baby
Ik heb deze reis vele privileges gekend, maar het
grootste - met ruime voorsprong - is dat ik plots in een huis woonde waar een
klein babyhartje van nog maar drie dagen oud meeklopte. Ik herinner me nog goed
hoe we eind februari samen naar namen voor de baby aan het gissen waren. Jullie
bleven maar twijfelen, zaten hardop jongensnamen voor te lezen uit 'het grote
namenboek', en ik voelde me een ad interim moderator. Toen was er nog helemaal
geen sprake van Kasper.
Ook over het geboortekaartje werd mijn zegje gevraagd.
Stijn organiseerde een fotoshoot met zijn nieuwe camera. "Kijk, dat wordt
de voorkant, en binnenin zetten we dan een close up van suikerbonen. Hoe vind
je dat perspectief, zijn de bonen
niet te scherp?"
Toen Anneleen zat te bevallen, was ik 500 kilometer
verder de modder van mijn schoenen aan het afspoelen. Drie dagen later kwam ik
terug bij hen aan. Anneleen was net de pamper van Jasper aan het vervangen. Ik
wist toen nog niet dat hij de volgende dag als Kasper zou wakker worden. In
ieder geval zag ik een engeltje dat ik niet durfde aan te raken, uit schrik die
zuiverheid, die onschuld ook, te verstoren. De dagen die volgden leken, wat mij
betreft, in niets op de pré-Kasper tijd. Het huis voelde lichter aan als het
ware, en heel opmerkelijk: iedereen sprak een toontje stiller. Stijn draaide op
één avond tien keer "Make you feel my Love" in een versie van Jasper
Steverlinck.
Het wordt allemaal wat intiemer met zo'n baby in de
buurt. Anneleen bleef ook overdag in pyjama rondlopen en ik deelde met Stijn
niet alleen een fel gesmaakte Karmeliet
(foto bijgevoegd) maar ook informatie over mijn stoelgang (foto niet
bijgevoegd).
Voor en na de modder
Ik was natuurlijk niet helemaal tot Ecuador gevlogen
omdat ik zo nodig een boreling wilde zien. Vredeseilanden had me ingeschakeld
om in een videoreportage een beeld te schetsen van de weg die een banaan aflegt
van bij de boer in het zuiden tot in het zakje chips bij ons in het noorden.
Vredeseilanden steunt lokale boeren die zich groeperen in verenigingen, die
vervolgens contracten afsluiten met een grotere boerenorganisatie die op hun beurt
onderhandelen met een verwerkingfabriek om hun bananen fijn te snijden en in
olie te bakken tot chips. Ook steunt Vredeseilanden de commercialisering van de
chips in de FairTrade keten via Ethiquable.
Om dat allemaal te documenteren reisde ik tien dagen
samen met Claudia, een communicatieverantwoordelijke van Vredeseilanden (Veco)
Ecuador, naar diverse plantages in het regenwoud in het zuiden van het land,
dicht bij de grens met Peru. Ik was helemaal vergeten dat het in het
regenwoud... regent. Nu was het helemaal erg, want in de ruime omgeving van
Loja had het nog nooit zoveel geregend. Wegen raakten ondergespoeld door
modder, lokale luchthavens moesten tijdelijk worden gesloten, rivieren traden
buiten hun oevers en cineasten die bananen wilden gaan filmen in het veld deden
maar beter, net zoals alle boeren in deze streek, hun botten aan. Claudia en ik
moesten het doen met onze halfhoge goretex wandelschoenen.
Soms gebruikte ik mijn statief als wandelstok om niet weg te glijden in de
modder.
Prospectie
Ingrid heeft vorig jaar hier in Ecuador een stuk grond
te koop zien liggen. Zij vond het een unieke kans om daar, in Archidona, een
hotelletje te beginnen. Helaas kon ze me toen niet overtuigen omdat ik nog in
Haïti aan het werk was en mijn hoofd op het afsluiten van die periode stond.
Helaas kan ze me ook nu niet overtuigen. Ik reis naar
Archidona, waar datzelfde lapje met diezelfde Belgische eigenaars nog steeds te
koop staat. "Een prachtige lokatie om een boutique hotel neer te planten met zes kamers en een zwembad 'sin
fin'", vinden de huidige eigenaars. Te warm, te vochtig en te veel
insecten, vind ik.
Als ik niet voor Vredeseilanden aan het werk ben, ben ik
aan het prospecteren. Behalve Archidona ga ik naar Mindo, naar Cumbaya, naar
Tumbaco en de nieuwe natiionale luchthaven die eind dit jaar zal opengaan. Ik
vlieg ook helemaal naar het zuiden, naar Vilcabamba, een dorpje waarvan de
Lonely Planet belooft dat je er de eeuwige lente kado krijgt. Via een
Frans-Waals koppel dat er al ruim tien jaar woont, leer ik ook het volgende
dorpje op weg naar Loja kennen. Daar, in Malacatos,
is een wondermooi gelegen stuk grond-met-huis te koop van 2 hectaren. Tot slot
ga ik ook de vallei van Yunguilla verkennen, op zo'n 40 kilometer van Cuenca,
de derde grootste stad van Ecuador.
Ontbijten in de Selva, middageten in de Sierra en
avondeten aan de Costa.
De kracht van Ecuador? De eigenaar van de
bananenverwerkingsfabriek Platayuc denkt even na en zegt dan: "Ecuador
heeft alles, je kan hier wakker worden in de vochtigheid en de hitte van de
amazone, over de middag op adem komen in de Andes en de dag besluiten met een
frisse Pilsener op het strand." Hij vat het mooi samen, vind ik.
Mijn ingewanden denken daar soms anders over.
2850 mtr, 1600 mtr, 600 mtr, 2850 mtr, 1200 mtr, 0 mtr,
1200 mtr, 1400 mtr., 2500 mtr, 1250 mtr, 2850 mtr. Die getallen verwijzen naar
de hoogteverschillen die ik in vier weken tijd te verwerken krijg. Soms gebeurt
de overgang met een korte vlucht, maar vaker nog middels lange autoritten. Het
is niet ongebruikelijk om zes uur in een auto te zitten om nauwelijks 200
kilometer op te schieten. Als ik 's morgens de tube gezichtscrème wil openen,
komt die me als vanzelf al tegemoet. Onderdruk, overdruk. Zo moet het ook gaan
in mijn darmen, dacht ik. En nam vervolgens een immodium, want we moesten weer
de brousse in en daar zijn geen
toiletten.
De kracht van Ecuador zit voor mij ook in de positieve
evolutie die ik opmerk. Dit land is zoveel sterker geworden sinds ik hier voor
het eerst kwam. Wegen zijn vernieuwd, luchthavens worden uitgebreid,
shoppingcentra worden gebouwd. Overal pik je signalen op van groei, van
verbetering. In de groep van
ontwikkelingslanden hoort Ecuador ondertussen bij de 'middle income countries'. NGO's zoals Broederlijk Delen hebben zich
alvast teruggetrokken uit Ecuador. President Correa lijkt de zwaarste armoede
uit zijn land te hebben weggedreven, maar natuurlijk komen er twee nieuwe
problemen aanzetten: de enorme schuldenberg ten opzichte van China, en de
almaar stijgende inkomensongelijkheid. Om maar iets te noemen.
Het gras groener aan de andere kant? Misschien niet
zoveel groener, maar het gras ruikt er vast en zeker frisser!
Stijn en Anneleen, jullie Ecuadoriaanse vrienden hebben
gelijk als ze Kasper willen aanmoedigen om later in bomen te kruipen. Hoe meer
natuur je voelt, hoe meer 'natuurlijk' je wordt.
Tot in juli!
Hans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten