29-10-2012

Interview met... mezelf... over het werken in een 'middle income country', zoals Ecuador.


-          Onze houding?:
‘Help! Kom hier niet spreken over ontwikkelingshulp! Liever echt samenwerken en samen ontwikkelen’

-          Onze inhoudelijke bijdrage en technische assistentie?: 
‘De weg die Europa in 500 jaar moest afleggen om te komen waar we zijn, kan hier nu in enkele jaren ingehaald worden. Alle informatie is steeds beschikbaar. Meer en meer hebben we het in de verschillende landen over  dezelfde thema’s, met dezelfde nieuwigheden. Het komt er dus op aan samen te zoeken naar oplossingen. In een onderlinge, open dialoog.’

-          Onze financiële bijdrage?:
‘Niet zo belangrijk. Wel handig om soms wat te sneller te kunnen werken, om iets te ‘pushen’, om sommige moeilijke betalingstransfers mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: het inschakelen van internationale consultants. Om ingewikkelde procedures te vermijden en om nieuwe dingen uit te proberen die achteraf interessant kunnen zijn voor partner.

-          Onze modaliteit van werken?:
‘Uiteraard blijven we pottenkijkers. Maar onze flexibiliteit als organisatie en als medewerkers maakt veel goed. Sommige organisaties zijn niet in staat om mee te (helpen) groeien. Ze kunnen niet uit hun eigen vaste logica ontsnappen van ‘wij betalen, dus bepalen’. Te groot of te klein: sommige blijven kneuterig verderwerken of zien het in de mega-aanpak - bijvoorbeeld politieke besluitvorming en studie - zonder hun handen vuil te willen maken. Anderen verstrikken in hun eigen regels en interne strubbelingen om efficient te kunnen werken.
Wij moeten ervoor zorgen dat we steeds sneller en efficiënter kunnen werken en als VVOB misschien over een andere, parallelle organisatievorm nadenken. Met een kleine, sterke ploeg. Een mix van lokale en internationale mensen, vaste generalisten en tijdelijke superexperten. In vertrouwensrelaties, gebaseerd op langere samenwerking. Een combinatie van Vlaamse bijdragen, regionale input (Andes) en beslissingen van eigen bodem. We werken samen als kritische vrienden. Altijd een stapje voor zijn, maar niet te veel. Ook samen een beetje leren en afzien…’

-          En de mogelijke impact?
De potentiële impact is nu wel erg groot. De basisvoorwaarden zijn min of meer vervuld. Nu zijn er structurele veranderingen mogelijk. Je kan heel veel impact veroorzaken waar je zelf niet veel voor moet doen. Met een sneeuwbaleffect voor de implementatie bijvoorbeeld. Zeker in een land als Ecuador dat bereid is zichzelf in vraag te stellen en nieuwe wegen te kiezen. Met een stevig leiderschap. Je zit ook relatief vlug op die hogere beslissingsniveaus. Zelfs met een informele dialoog kan je een en ander in gang helpen zetten. We moeten nu wel meer in processen dan producten denken, ook al staan die 2 niet los van elkaar. Het accent ligt eerder op methodologieën, werkwijzen en capacity building. De impact op dat vlak is wel minder makkelijk aan te tonen.

-          In de toekomst?
Verdere internationale samenwerking is mogelijk. Als gelijken. Het is raadzaam en interessant genoeg om in Ecuador met Vlaamse partners verder te werken. Bijvoorbeeld tussen ministeries, universiteiten, hogescholen,… Via beurzen, stages, gezamelijke onderzoeksprojecten, docentenuitwisselingen, enzovoort. Het gaat naar echte uitwisselingen, in alle richtingen.

Geen opmerkingen: