Opdracht is de verbetering van de lerarenopleiding in Ecuador.
Op nationaal vlak werkt Stijn samen met het Ministerie van Onderwijs een lerarenprofiel uit voor het land. Tot hiertoe zijn een aantal bestaande documenten verzameld die kunnen dienen als basis. Er zullen nog interviews afgenomen worden van de betere leerkrachten en daarna is het tijd voor een participatief beslissingsproces in verband met het definitieve profiel. Stijn werkt nu een voorstel uit waarbij het VVOB-programma 'Escuelas Gestoras del Cambio' kan ondersteunen bij de opstart van een soort pedagogische universiteit. Met onder meer input vanuit Vlaanderen.
Naast het Ministerie van Onderwijs zijn er nog andere nationale actoren, waarmee wordt samengewerkt, zoals: CONEA (Raad voor Evaluatie en Accreditatie), CONESUP (Nationale Raad voor Hoger Onderwijs) en SENPLADES (Nationaal Secretariaat voor Planning en Ontwikkeling).
Vanuit Quito worden allerlei initiatieven genomen, zoals: een seminarie voor de productie van educatieve video's, workshops in verband met een gunstig werkklimaat, het opstellen van een geactualiseerde bibliografie, enzovoort.
Niet alleen vanuit het centrale niveau, maar ook met de lerarenopleidingen wordt allerlei ondernomen. Daarvoor heeft Stijn intussen 18 samenwerkingsovereenkomsten gesloten met hogescholen en universiteiten waar leerkrachten een opleiding kunnen volgen. Met elk van die instellingen voor hoger onderwijs zijn er werkplannen uitgewerkt. Een tiental van deze lerarenopleidingen zullen dit jaar bijvoorbeeld rond een thema werken dat ze zelf hebben gekozen: probleemgestuurd onderwijs, ervaringsgericht onderwijs, productie van didactische materialen, enzovoort. En alle vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen maken deel uit van een van de 5 interinstitutionele werkgroepen. Hier zijn de onderwerpen: organisatiestructuur en kwaliteitszorg, lerarenprofiel en curriculum, praktijk, interculturaliteit en communicatie.
Sinds begin december vorig jaar heeft Stijn de hulp van Norma, een assistente die inhoudelijk meedenkt. Naast die ondersteuning, kan af en toe gerekend worden op de bijdragen van een groepje van nationale functionarissen van het Ministerie van Onderwijs. Het zijn vertegenwoordigers van de volgende nationale directies: 'Basisonderwijs', 'Curriculum', 'Lerarenopleiding', 'Bijscholing' en 'Inspectie en Onderwijsbegeleiding'.
Een van de belangrijkste vernieuwingen van het programma is dat we voordien gescheiden werelden met elkaar verbinden: functionarissen van verschillende directies, hogescholen met universiteiten, Spaanstalige en Indiaanse lerarenopleidingen, lokale niveaus met het nationale niveau, verschillende nationale actoren,...
Een andere innovatie is dat we participatief gerichte processen in gang zetten. Mensen worden gestimuleerd om zelf iets te veranderen aan de situatie. We geloven niet dat het hoofd alleen moet veranderen, maar de hele 'body', het totaalsysteem in al zijn geledingen. Uiteindelijk moeten de scholen en instellingen 'als actoren van verandering' (gestoras del cambio) zelf iets in gang moeten zetten.
Vanuit een principe van 'geven en nemen' lijken we daar wel beetje bij beetje in te slagen. We erkennen goede voorbeelden en investeren in initiatieven die de moeite waard zijn, maar hopen uiteindelijk - via een gedifferentieerde aanpak - overal te geraken. Niet alleen in de 10 provincies waar we nu werken, maar in het hele land. Daarvoor is nog tijd tot 2013.
1 opmerking:
dat programma is een hele body! Wie schrijft er over 'Stijn'? Hijzelf? Eerst dacht ik: hier schrijft Anneleen eens 'over hem'.
Succes en tot in 2013.
Een reactie posten