Het is een tweetal uurtjes rijden met de bus. Via Otavalo komen we aan in Cotacachi. Dat is een indianenstadje, gekend om zijn leerbewerking. Het valt ons op hoeveel boodschappen je langs de toegangswegen te verwerken krijgt. We selecteren er twee: een opgefriste muurschilderij uit mei '68: 'Seamos realistas, pidamos lo imposible' (Laten we realistisch zijn, we vragen dus het onmogelijke.) En 'De verbeelding aan de macht'. Een ander aanplakbord heet ons welkom. Een van de vlaggen die het bord bedekt, is de... Belgische.
En dan komen we toe in de haciënda van Pinsaqui, bevolkt door overwegend oudere Noord-Amerikaanse toeristen. Zaterdag wordt rustdag voor ons.
Mannelijke pauw steelt de show... Vrouwtje lijkt niet geïnteresseerd.
Zaterdagnamiddag lopen we even door het nabijgelegen indianendorp Iluman. Je kan er naar de sjamaan in plaats van de traditionele dokter. Nu ja, een wachtlokaaltje heb je er ook.
Hierboven zie je de typische, witte kleren van de Indiaanse vrouwen aan de wasdraad. Op de achtergrond de berg Imbabura.
Stijn
En zondag gaan we echt op wandel. We lopen in 3 uren rond het meer van Cuicocha. Als we terugkeren, belanden we met een Indiaans en een Amerikaans meisje op een truck. Deze laatste is blij als we niet raden dat ze Noord-Amerikaanse is en dat we haar 'yankee'-accent ook niet horen. New York is niet gelijk aan de VSA, zeg ik. Ze werkt als vrijwilligster in het radiostation van Iluman.
In de bus voor het laatste stukje terug zien we enkele iconen broederlijk en zusterlijk bij elkaar: 'Statue of Liberty', Maria, Jesus en Ché.
Stijn
1 opmerking:
seamos realistas: hebben jullie geen eelt aan de voeten van al het stappen? Schaapsvet helpt.
seamos realistas: gezellige kerstdagen e.a. met familie uit België, van ons ook vanuit land van Hannibal en Dido en Scipio en van Zine El Abidine Ben Ali.
pa&ma bokrijk
Een reactie posten